Zacht wiegend in de wind bewogen de takken van de treurwilg,
En grassprietjes in een zomerbries golvend.
Langs de oever vlogen vogels,
Af en aan,
Af en aan,
Af en aan,
Af en aan.
Het was een drukte van jewelste en vogels twitterden,
Af en aan,
Af en aan,
Af en aan,
Af en aan.
Rare vogels.
Een dichter op zoek naar het paradoxale,
Al strevend naar een climax,
Raakt afgeleid door vogels, rare vogels,
In alle kleuren van de regenboog,
De hemel een palet,
En kleurenscala aan de hemelboog.
Het pasgeverfde landschap dat opdroogt
In de droge zon na aan schilderachtige regenbui.
De kleuren lopen uit als woorden door de lucht
Vervliegen tot niet waarneembare trillingen.
Een dichter nestelt zich, met vogels als goed voorbeeld,
In de holte van de treurwilg,
En Hollywoodlike golven zijn haren in de wind.
Witregel
Zonder luid gekraak of gepiep knakt de treurwilg
In tweeën en de dichter.
zaterdag 10 oktober 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten