dinsdag 22 maart 2011

Later

je verleden heb ik niet gemaakt
toen de microfoon contact zocht

(ik zweette; de spotlights fel)

we construeren samen het nu;
later zien we wel
vanzelf voorbij komen.

zaterdag 12 maart 2011

[Ik omarm je leugens]

Ik omarm je leugens, met gevleugelde uitspraken
En stuur ze naar het licht.
Ik wil de veren zien smelten en de was zien glijden
Tot vleugels vergleden en leugens het verleden
Kunnen aanvaarden.

De zon zal een regenboog stralen door
De prismatische werking van druppels.
De angst in je ogen zal rood, oranje,
Geel, groen, blauw en paars gekleurd zijn.

Ik kleur de emoties van de omgang,
Met de zichtbare kleuren uit een prisma ontsproten.
Ongebroken licht onthult de geheimen van de maan,
Vernederend beschenen door de zon.

Het woord ‘troost’ is zalf voor je hemellichaam
Dat ik wil omringen met materie gewonnen uit sterren,
Aangelengd met ruimte-afval en optische illusies.
Maar niemand zal het zien. Troost kleur ik infrarood.
Ik geef verdriet een kleur en laat het ultraviolet zijn.
Niemand die dan nog ziet dat je huilt.

Na al die jaren, gaf ik toe dat je gelijk had,
Mijn tranen vloeiden stil en onzichtbaar,
En smolten mijn stem van standvastig
Naar onervaren en verslagen.

Toen ik je gelijk gaf en voor je knielde,
Vergat je mij te doden. Je hief je zwaard,
Maar het vloog weg; laisser faire.
Het gaf me de ruimte om het kwaad dat ik gesticht had
Om te vormen tot een mengeling van liefde en begrip.