zaterdag 20 maart 2010

Ik heb je lief

Wat heb ik je meer te bieden
Dan mijn woorden op papier?
Wie anders zou ik moeten zijn
Dan de romantisch dichter hier?

Al wat te vergeven is, zijn mijn woorden,
Geen geld, roem of toekomst,
Het zijn mijn woorden en ik,
Geen groot huis, dikke auto of inloopkast.

Al wat je kan krijgen zijn mijn woorden,
Zwart op wit en negatief,
Melancholisch depressief,
Maar het dekt de lading:

Ik heb je lief.

donderdag 18 maart 2010

IJsschotsen op de Amstel

Al wat eens was
En weerstand bood,
Is weer vloeibaar
En stroomt.

donderdag 11 maart 2010

Ik zou je graag ontmoeten vandaag

Ik zou je graag ontmoeten vandaag,
In de trein of ergens in de stad.
Ik zou je groeten,
Eén simpel handgebaar
En dan weer verder lopen.
Je zou me ontmoeten
En gelijk daarna verliezen,
Zo gaat dat.

Ik zou je graag ontmoeten vandaag,
In de zon of in de regen.
Al kwam ik je maar even tegen,
Laat mij je dan leren kennen vandaag.

Koffie smaakt zoveel beter
Als je samen bent
En ik heb toch iemand nodig
Om mee te proosten!

Zou ik je vandaag kunnen ontmoeten?
Eén simpel handgebaar,
Een kopje koffie als het moet,
En als je het dan goed doet,
Mag je wellicht ook mee naar huis.

Maar dat is enkel hypothetisch.

Ik zou je graag ontmoeten vandaag,
Al weet ik niet wie je bent,
Maar dat maakt toch ook niet uit?

maandag 8 maart 2010

Aan Martin Bril

Het leek vandaag echt weer zo’n dag te worden.
De lente rook fris, de straten naar bloesem in de dop.
Het zonnetje waterde de regenplassen weg
En boven het asfalt trilde angstvallig weer de lucht.
Sjaals werden weer modieuze accessoires
En de blote stukjes vrouwenbuik
Genoten stiekem van het frêle zonlicht.

Het leek vandaag echt weer zo’n dag te worden.
Bekend met mijn reeds vastgestelde noodlot
Meed ik Vondelpark en de oever van de Amstel.
Ik fixeerde mij op de handen, maar onverhoopt
Signaleerde ik diep uitgesneden decolletés,
Hakken die houvast vonden op de verlichte stoepen
En gouden lokken miniem bewogen door een zuchtje wind.
Ogen straalden weer, knieën en stukjes dij ontbloot.

Het leek vandaag echt weer zo’n dag te worden.
Croissantjes op het balkon, versgeperste jus d’orange.
Bloemen schoten uit de grond en spinnende katten
Op het dak in een zoemend duet met de eerste insecten.

Het leek vandaag echt weer zo’n dag te worden.
En toen dacht ik even aan jou.
Juist op dat moment schoof er een wolk voor de zon en ik wist:

Vandaag nog niet, misschien morgen. Anders later.
Als het dan uiteindelijk zover is, dan kijk ik weer omhoog
En als de zon dan lacht en vrijelijk zonder een wolk
Dan lach ik je toe en ga ik naar het Vondelpark
Of lig ik langs de oever van de Amstel en geniet
Van het verblindend schouwspel der blote vrouwenbenen.

Vandaag leek het echt weer zo’n dag te worden. Rokjesdag.