zondag 21 februari 2010

Droom je tot een nachtmerrie

Van binnen kriebelt een diep gevoel, of diep van binnen,
Het kriebelt mij om je te beminnen, buiten zinnen
Van vreugde en verdriet, God wat ben ik bang,
Dat je mij niet meer ziet staan. Waar dan? Hallo!!

Het is leeg, de zandbak is leeggeschept en zonder schatten
Keer ik huiswaarts naar mijn moeder, of naar mijn keuken,
Een prima plaats om je suf te neuk…., te eten.
Tussen mijn tenen kriebelt het zand omhoog mijn bilnaad in.

De regen klettert verticaal mijn gelaat verdrietig en onder
Een boom in een onweersbui is een kind ontzettend nietig.
De bliksem slaat in bij een heldere donderslag, koeien
Drommen samen, drommen samen en loeien.

Onrustig schuifel ik door de berm, het graan golft glanzend
En metrisch op de kuren van de wind, het kind en ik
Kijken vanuit een bootje in het water en zien wat
Er later komen gaat. Wat gaat er komen? Hallo??

Om mij heen is alles donker, de wereld is uitgegaan
En ik heb de twijfelachtige eer zelf door te rennen
Langs het graan, de koeien en de onweerstormen,
Droom ik je in mijn bed tot een nachtmerrie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten