maandag 8 maart 2010

Aan Martin Bril

Het leek vandaag echt weer zo’n dag te worden.
De lente rook fris, de straten naar bloesem in de dop.
Het zonnetje waterde de regenplassen weg
En boven het asfalt trilde angstvallig weer de lucht.
Sjaals werden weer modieuze accessoires
En de blote stukjes vrouwenbuik
Genoten stiekem van het frêle zonlicht.

Het leek vandaag echt weer zo’n dag te worden.
Bekend met mijn reeds vastgestelde noodlot
Meed ik Vondelpark en de oever van de Amstel.
Ik fixeerde mij op de handen, maar onverhoopt
Signaleerde ik diep uitgesneden decolletés,
Hakken die houvast vonden op de verlichte stoepen
En gouden lokken miniem bewogen door een zuchtje wind.
Ogen straalden weer, knieën en stukjes dij ontbloot.

Het leek vandaag echt weer zo’n dag te worden.
Croissantjes op het balkon, versgeperste jus d’orange.
Bloemen schoten uit de grond en spinnende katten
Op het dak in een zoemend duet met de eerste insecten.

Het leek vandaag echt weer zo’n dag te worden.
En toen dacht ik even aan jou.
Juist op dat moment schoof er een wolk voor de zon en ik wist:

Vandaag nog niet, misschien morgen. Anders later.
Als het dan uiteindelijk zover is, dan kijk ik weer omhoog
En als de zon dan lacht en vrijelijk zonder een wolk
Dan lach ik je toe en ga ik naar het Vondelpark
Of lig ik langs de oever van de Amstel en geniet
Van het verblindend schouwspel der blote vrouwenbenen.

Vandaag leek het echt weer zo’n dag te worden. Rokjesdag.

1 opmerking: