vrijdag 25 december 2009

"Komt een vrouw bij de dokter"

Het is heel even stil, heel even maar,
Dan start het collectief gesnotter,
Tranen vallen met tuiten, lopen
Over wangen, lippen, volgespoten.
Iedere huisvrouw, iedere huisman,
Elke homo, hetero, hermafrodiet,
Iedereen die het overkoepelende
Niet ziet, laat zijn tranen de vrije loop.
“Wat een kutfilm, wat een lul”,
’t Zijn slechts flarden van gesprekken,
Citaten gebaseerd op flauwekul.
Het plebejisch wezen slaat weer toe,
Het collectief samenzijn, het samen
Lachen, samen huilen, samen vechten,
Samen naar de bioscoop, met zijn
Allen snoepen van zoet of zout,
Kijken of de buurman de hand
Van de buurvrouw vasthoudt.

Het scherm wordt zwart en dan
De aftiteling, en popsongs en dan,
Dan even helemaal niets.
Je trekt je jas aan en kijkt eens om
Je heen, rondom je enkel tranen,
Tuiten en dan, dan even helemaal,
Even helemaal niets.
Gekraak van popcorn onder je voeten
Begeleid je met al je tranen
Naar de uitgang, naar de eindeloze
Trappen, naar het tapijt, naar buiten.

Eenzaam loop je door de Reguliersdwars
En je wordt niet eens nagefloten.
“Wat een flutavond, wat een lul”,
Klettert de regen je schouders nat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten