maandag 16 augustus 2010

Lourdes aan zee

Urenlang liepen wij langs klifkusten
Over onverharde wegen.
Omringd door wind waren wij
Een oase van rust in chaotische context.
Wij vormden het oog van de orkaan.
Het hoogspuwende lava
Onze gevoelens uit een slapende vulkaan.
We baden tot God en al het andere,
Lourdes lag voor ons op het strand
En met onze blote handen
Schreven we namen in het zand,
Namen van geliefden en gestorvenen,
Van vrienden, familie en van onszelf.
We schreven over honderd meter strand
Alle namen in het zand die we kenden.
De zee gaf ons de ruimte,
Het water week en het duurde
Tot wij de zon onderkeken.
Toen kwam de zee de namen halen.
En konden wij tevreden naar huis.
Jullie hadden de bescherming van de zee
En wij hadden elkaar.

donderdag 12 augustus 2010

Schrijvers van de snelweg

Achter in de auto bij opa en oma
Telde ik de herten die de weg overstaken,
De buizerds die de bomen bevolkten.
Ik benoemde ieder vogeltje,
Ieder beestje had een naam.
Ook speelden we spelletjes
Met nummerborden, reclameteksten,
Met de automerken,
We gaven de andere automobilisten namen,
Want ze kwamen ergens vandaan
En ze gingen ergens naartoe.
Wij bedachten alles en vertelden.
Wij waren de schrijvers van de snelweg,

Na jaren snapte ik eindelijk,
Dat oma enkel van hazen hield.
En ik ging me steeds meer verbazen;
Ze kon amper praten
En opa kon amper horen.
Heeft hij dan wel de hertenscore,
of die van de buizerds meegekregen?
En heeft oma ooit wel
Aan de snelwegverhalen meegeschreven?